Goed bezig,
Alleen
wanneer je voortgaande Belichaamde Taal (BT) kunt hebben – en niet slechts af
en toe een sporadische toevals-treffer – kun je op een eerlijke wijze zeggen,
dat je goed bezig bent, omdat de resultaten altijd goed zijn. Je
wilt het niet horen, maar met je gebruikelijke Ontlichaamde Taal (OT) ben je verkeerd
bezig.
Uiteraard
weet jij al wat ik zeg en schrijf, maar jij hebt het nog niet aan jezelf
toegegeven, dat het zo is. Je weet, dat er iets fundamenteel mis is met de, als
normaal beschouwde, manier van communiceren, maar je bent, vanwege OT, eraan gewend, om naar anderen te wijzen. Het is
een onomstotelijk feit, dat jij, net als iedereen, niet naar jezelf luistert. Als
je dat nou eens aan jezelf begon toe te geven, dan kon je BT met
jezelf gaan hebben en ervaren, dat jij daarmee jezelf positief kunt stimuleren,
op een manier, waarop niemand met OT dat kan.
Ik weet maar
al te goed, dat wat ik zeg of schrijf niet sensationeel is en nauwelijks aandacht
van anderen krijgt, maar mijn BT krijgt altijd mijn aandacht. Dit is de
realiteit waarin BT bestaat. Ik zeg niet, dat BT jou aandacht niet zou kunnen
krijgen, maar ik weet zeker, dat dit alleen het geval zal zijn, als jij zelf aandacht
voor je hebt voor je eigen BT. Je wilt dus nooit mij praten, omdat je geen
aandacht hebt voor je eigen BT.
Onze BT
wordt in eerste instantie door onszelf bekrachtigd, wanneer wij voor onszelf –
keer op keer – opnieuw vastellen, dat er echt een groot verschil bestaat, tussen
wanneer wij BT hebben en naar onszelf luisteren, terwijl wij spreken en wanneer
wij weer in OT verzanden, waarin wij het contact met onszelf helemaal kwijt
zijn, omdat wij niet meer naar onszelf luisteren. Wij zijn het zelf, die zeggen
en horen, dat het beter is om voort te gaan met BT, dan met OT, want wij willen
liever onze BT horen, dan onze OT.
Nadat wij
een aantal keren het verschil hebben omschreven en erkend tussen onze OT en BT,
is het ons duidelijk, dat wij alleen onszelf zijn, als wij BT hebben, maar de
weg met onszelf kwijt zijn, wanneer wij weer zijn overgenomen door onze
conditionering met OT. Ofschoon het heel aangenaam en koesterend is, om onze
eigen BT te herinneren en de draad met onszelf weer op te pakken, toch zal onze
BT nooit stabiel kunnen zijn, zolang de sociale bekrachtiging – waarin wij elkaars
BT bekrachtigen – achterwege blijft.
Indien er
geen regelmatig gesprek plaats vindt, waarin onze BT – die wij al individueel
hebben waargenomen, onderzocht en genoten – met anderen kunnen delen – die eveneens, net
als wij, het zelf-onderzoek hebben gedaan, om het verschil tussen OT en BT vast
te stellen – dan is het eigenlijk is het heel voorspelbaar, dat onze BT geen lang
leven beschoren is. Bij gebrek aan sociale bekrachtiging, geven wij het op om
BT te hebben, want OT heerst overal en neemt over.
De
wetmatigheid van OT en BT is hetzelfde, als het spreken en schrijven in een
andere taal, dan de taal waarin wij zijn grootgebracht. Een Rus, die probeert, om
Chinees te leren, zal daartoe alleen in staat zijn, als hij, door, liefst meerdere
Chinezen, wordt bekrachtigd. Het leren van een taal op onszelf is tot mislukken
gedoemd. Ook is het zo, dat, historisch gezien, in iedere cultuur, de mens heeft
geprobeerd, om BT te hebben, maar daar telkens weer in faalde, omdat er onvoldoende
sociale bekrachtiging plaats vond.
De mens zit
cultureel opgezadeld met tal van normen en waarden, die eigenlijk BT zouden
hebben moeten bewerkstelligen, maar die dat nooit konden veroorzaken, omdat wij
nog nooit eerder met onszelf zijn gaan spreken, om naar onszelf te kunnen luisteren
en om zodoende, de eenheid te ervaren van de spreker en luisteraar. Uiteraard
is de spreker de luisteraar in BT, maar in OT, lijkt het alsof de spreker and de
luisteraar verschillend zijn en van elkaar gescheiden zijn.
In het Luisterend
Spreken, wat een beschrijving is van BT, worden wij ons gewaar van alles wat BT
heeft tegengehouden. Uitsluitend en alleen met voortgaande BT – waarin wij
voortdurend elkaars BT blijven bekrachtigen – kunnen wij ons eindelijk ontdoen
van de zelf-ondermijning en zelf-marteling, waaraan wij, vanwege onze OT, gewend
waren. BT is zonder meer de beste manier om echt voor onszelf en voor elkaar te
zorgen. Wij hebben elkaar dus echt nodig, om te herstellen van ons traumatisch
verleden met OT. Wij weten met onze BT, dat voortgaande BT nog nooit eerder
heeft kunnen plaatsvinden.
Iedere lezer
kan, vanuit wat ik heb geschreven, zich hopelijk voorstellen, waarom alle eerdere
pogingen, om BT te hebben zijn mislukt. Met OT hebben wij ons, eeuwen-lang, telkens
opnieuw, in een groeps-gedrag, fanatiek ingezet, voor wat wij samen als de
hoogste moraal of ideaal beschouwden. BT is echter een het enige gedrag, dat voorgoed onze
individuele vrijheid waarborgt. Er kan geen commune, groep of gemeenschap
ontstaan met BT, maar met onze achterhaalde OT hebben wij het altijd over
anderen en nooit over onszelf. Ook al geloof je er heilig in, met OT ben je echt niet goed bezig.