Doe,
Dit is wat
ik doe. Ik spreek en ik hoor het geluid van mijn welbevinden. Dit is een totaal
andere manier van redeneren, dan te spreken, zonder te kunnen genieten van mijn
eigen stem. Een taal-filosofie, die gebaseerd is op luisterend spreken, laat ons
weten, dat wij bewuste wezens zijn, die dus een heel ander gesprek zouden
kunnen hebben, dan ons normale, automatische,
domme gezanik, dat zich dag in dag uit, tegen beter weten in, maar blijft
herhalen.
Het is schandelijk,
dat jij, die dit leest – ook al heb je nog zoveel gelezen en gestudeerd, ook al
ben je nog zo intelligent, zo gekultiveerd, zo gerespecteerd, zo gelovig, zo
zedelijk, zo rechtvaardig en zogenaamd zo recht voor z’n raap – nooit naar
jezelf luistert, terwijl je spreekt. Het is onvoorstelbaar, dat jij je nog nooit
hebt bezig gehouden, met het spreken met een stemgeluid, dat vrij is van angst
en stres, maar dit is helaas de banale realiteit, die jij creert.
Doe nou maar
eens wat ik je vraag, trek maar eens de stoute schoenen aan en praat maar eens
met mij en kom er dan maar eens eindelijk achter, dat jij het allerbelangrijkste
in je leven, tot dusver volledig bent misgelopen. Het spreken met jezelf en het
luisteren naar jezelf – en het verkennen van wat jij aan jezelf te zeggen hebt, met je eigen klank,
die natuurlijk en ontspannen klinkt – is de enige manier, om echt kennis te
nemen van je eigen intelligentie.
Al het
andere, wat je over taal hebt gehoord, valt in het niet, bij wat jij aan jezelf
te zeggen hebt. Praten met jezelf is oneindig veel interessanter, dan praten
met anderen, die, net als jij, ook schijnbaar nooit de moed hebben gehad, om eens
aandachtig, eerlijk, vanzelfsprekend, met zichzelf te spreken, over wat voor
hen van belang is. Ik doe wat ik beschrijf en mijn teksten gaan altijd daarover.
Het is beslist niet zomaar vanzelf, dat ik mij niet meer, zoals iedereen, bezighoud
met wat anderen zeggen of schrijven of beweren en dat ik me dus daardoor helemaal
heb toegelegd op en overgegeven aan mijn eigen taal.
Wat ik doe,
wat ik zeg en wat ik beschrijf, is niet te verzinnen. Het eerherstel van de
klankbeleving van je eigen stemgeluid tijdens het spreken met jezelf, vindt plaats,
omdat jij je richt op hoe jij omgaat met jou taal. Je krijgt hierdoor onherroepelijk
toegang tot je eigen belevingswereld en je komt alles aan de weet wat je wil
weten en kan weten, omdat je hebt losgelaten wat niet van jou is. Je kunt precies
horen of het bij jou past. Als je nog twijfelt, dan heeft het niets met jou te
maken en loslaten is dan dit begrip.
Wanneer jij gaat
doen wat ik doe, dan valt er niet meer omheen te gaan, dat niemand op die
manier bij zichzelf is, zoals dat alleen mogelijk is, wanneer wij verbaal de
muziek mogen volgen, van onze eigen spreek stem. Het toestaan van dit gebeuren,
is een openbaring, een geboorte in klank en taal, die ons ervan overtuigt, dat
wij dit uitsluitend en alleen aan onszelf te danken hebben. Alles wat er is
gezegd en geschreven over ons zogenaamde denken, heeft ons ervan weerhouden om
met onszelf te spreken, met het geluid, dat wij wilden horen en waarnaar wij dus
eindelijk zijn gaan luisteren en zijn gaan handelen.
Gedrags-verandering
en gedrags-verbetering vindt enkel dan pas plaats, indien wij het helemaal met
onszelf eens zijn. Het uitblijven positieve resultaten toont altijd aan, dat
wij nog niet het gesprek met onszelf hebben gehad, dat absoluut noodzakelijk is,
om die transformatie te bewerkstelligen. Ik doe dit, omdat ik – vanwege de
verbinding tussen mijn taal en mijn moeiteloze, belichaamde klank – mijn eigen
authoriteit ben. Alleen ik kan voor mijzelf horen en daardoor dus waarnemen en vervolgens selecteren,
welke gedragingen voor mij van belang zijn. Wat ik doe – en wat ik hier schrijf
– is geen keuze, maar de vervulling van wat voor mij mogelijk is geworden.