Stem,
Het kon – vanwege
onze bijna permanente deelname aan Ontlichaamde Taal (OT) – natuurlijk niet
uitblijven, dat de stem, waarmee wij dagelijks onze taal spreken, steeds walgelijker,
belachelijker, arroganter, drammeriger, schmiechteriger, banger, hufteriger,
venijniger en irritanter ging klinken. En, uiteraard wordt de waanzin, zowel meer
zichtbaar als hoorbaar, want zolang als dat wij door gaan met OT, wordt ook onze
strijd om de aandacht alsmaar groter, heviger, destructiver, onbewuster en
zinlozer.
Onvermijdelijk,
splitsen de logge, grote, groepen van miljoenen mensen – hele volks-stammen, die,
in eerste instantie, altijd opnieuw pretendeerden, dat ze toch echt iets heel
moois en belangrijks met elkaar gemeen zouden hebben – zich weer verder op en
floreert en escaleert de verdeelheid, de strijd en de gigantische chaos. Indien
men echter nog een klein beetje durft op te letten, dan kan men horen en zien,
dat voor de verreweg de meeste mensen – in de politiek, in de religie, in de
economie, in de cultuur en in wat zich tegenwoordig voordoet als de zogenaamde
LGBTQ gemeenschap – horen en zien, letterlijk is vergaan. Niet voor niets, is
er ineens een enorme toename aan jonge mannen, die geloven en beweren dat ze
vrouwen zijn. Het valt echter op, dat vrouwen, die zich inbeelden mannen te
zijn, minder publieke aandacht krijgen, omdat we nog steeds, kennelijk, in een
mannen-wereld leven, waarin de overlevings-strijd door de sterkste wordt gewonnen.
Ik las
zojuist in een bericht, dat bij de een of andere universiteit, aan tal van behoeftige,
anderszins verwarde, ongelukkige studenten, een bij-de-tijdse, nieuwe aanpak van psychologische hulpverlening
wordt aangeboden, in de vorm van stem-lessen. Dit wordt werkelijk gepresenteerd als een moderne,
veel-belovende, doel-groep-aangepastte therapie, voor zij, die zeggen te zijn
veranderd van man naar vrouw of van vrouw naar man en ook voor hen, die
beweren, nog het een, nog het ander te zijn. In deze vooruitstrevende benadering,
gaat iedere client dus oefenen, om uiteindelijk te kunnen klinken, zoals hij of
zij, of wat dan ook, zou willen klinken. Het gaat er hier dus, in de diagnose, niet
zozeer om – zoals in het meer tradionele therapeutische model – dat zij klinken
als zichzelf, maar leren te klinken, zoals zij door anderen gehoord zouden willen
worden.
Alle
aandacht gaat – in deze hoog-nodige, al door velen gewaardeerde, stem-vervormings-therapie,
tot grote opluchting van de zich-niet-geaccepteerd voelende client – niet naar
de client zelf, maar naar hoe de client zou willen worden ervaren en gehoord door
anderen. Het therapeutische effect van deze methode, ligt niet in het luisteren
naar, ervaren, accepteren en begrijpen van onszelf, maar in hoe men zou willen klinken,
in de oren van anderen.
Toen ik voor
het eerst mijn Belichaamde Taal (BT) ontdektte, wist ik meteen, dat ik altijd
zo zou willen klinken. Het had, tot mijn grote verbazing, helemaal niets met
anderen te maken, omdat ik voor het eerst mezelf hoorde praten, met het
stem-geluid dat ik aangenaam vond. Mijn ontdekking was juist zo duidelijk,
omdat ik heel goed besefte, dat ik meestal dus niet sprak met die stem. In het
onderzoek, dat daarna op gang kwam, over waarom dit zo was, leek het er keer op
keer toch weer op, alsof het ging over hoe anderen mij ervaren, terwijl dat nou
juist precies de reden was, waardoor ik telkens weer mijn aandacht voor mijn
eigen ervaring verloor.
In het experiment,
waarin ik onderzocht, waarom ik, ongemerkt, niet naar mezelf luisterde, werd het
mij duidelijk, dat ik, onbewust, telkens in OT verzandde, omdat ik me teveel
bezig hield met hoe anderen mij zouden horen. Die neiging is veel minder nu,
maar ik erken, dat hij er nog steeds is en waarschijnlijk altijd wel enigszins
zal blijven. Zodra ik me weer bezorgd maak, over hoe ik door anderen zou willen
worden gehoord en ervaren, ben ik met mezelf de draad kwijt. Het van de kaart
zijn, duurt vandaag de dag nog maar heel kort en zodra ik mezelf hoor, voel ik de
ontlading, dat mijn tijdelijke waanzin voorbij is.
Ook al is mijn
oude gewoonte, om, net als iedereen OT te hebben, inmiddels minimaal, toch lijkt
het – als ik het weer heb – alsof ik kortstondig alle waanzin van de gehele
wereld belichaam. Ik sta hiervan echt perplex, maar het is verbaal werkelijk zo,
dat ik de wereld ben, zowel in positieve als in negatieve zin. Ik ken, als geen
ander, de waardevolle, goeie gevolgen van BT, maar ik ben mij er eveneens van bewust,
dat OT altijd niets dan catastrofale consequenties heeft.
Onze deelname
aan OT of BT hangt niet af van wat wij geloven te kiezen, maar het is wel zo,
dat onze OT alleen met onze BT begrepen kan worden. Mijn BT is zonder meer toegenomen,
omdat ik mijn OT ben gaan begrijpen en het lijkt wel, alsof ik nu pas, na al
die jaren van uitproberen, echt kan begrijpen waarom OT zo’n groot effect op
mij bleef houden. Ik voelde heb mij altijd heel erg veroordeeld vanwege mijn OT,
omdat iedereen ermee weg leek te kunnen komen, alleen ik niet. Ik accepteerde
niet en begreep ook niet, waarom mijn OT altijd gedonder in de glazen betekende.
Mijn OT maaktte, dat ik het altijd het gevoel had, dat ik er weer niet bij hoorde
en dat heeft het mij ervan weerhouden, om mij met groepen te identificeren. Toch
wilde ik eigenlijk niets liever, dan erbij horen. De enige weg, die openlag,
was om met mijn OT op te houden. Ik deed dat echter vanwege anderen en niet vanwege
mijzelf.
Het hele idee
om onze OT te verminderen en meer BT te gaan hebben, is flauwe kul. We blijven daardoor
allemaal, ongemerkt, onwillekeurig met elkaar bezig en we hebben geen aandacht
voor onszelf. Dit is de reden, waarom wij nauwelijks spreken met de klank van
onze weldadige, authentieke stem. Je hebt die stem, indien je luistert naar hoe
je klinkt, terwijl je praat. Als je weer niet naar jezelf luistert, omdat je zo
graag zou willen, dat anderen naar je luisteren, dan is je stem er nog wel,
maar je gebruikt hem niet en je hoort hem dus ook niet. Aangezien je, of OT, of
BT hebt, is het dus geen kwestie van voortgaan met BT, maar om waar te nemen,
of je OT, of BT hebt.
Indien je aan
je eigen stem kunt horen, dat je weer handeld vanuit je conditionering met OT,
dan houdt je OT vanzelf op en verandert het in BT. Je doet dus eigenlijk
helemaal niets, om BT te hebben. In het luisteren naar jezelf bemerk je altijd
meteen, of je OT of BT hebt. Als je OT hebt, dan verandert het in BT en als je BT
hebt, dan ga je er vanzelf mee door. Als je niet naar jezelf luistert, terwijl
je spreekt, dan merk je dat niet, maar je ervaart wel – of je het nou wil of
niet – de nadelige gevolgen van je OT. Als je, net als ik, ooit een keer naar
jezelf hebt geluisterd, begint er onvermijdelijk
een selectie-proces, want je hebt onderscheid gemaakt tussen OT en BT en dat
gaat nooit meer weg. Je kunt jezelf altijd herinneren omdat je eigen stem er
altijd al was. Je produceert die stem van
BT niet vanwege anderen, maar voor jezelf, omdat je Taal Verlichting (TV) zo
werkt.