Rouw,
Ik
ervaar een gevoel van emotionele pijn, omdat mijn moeder is overleden. Het besef
van verlies komt en gaat in golven. Mijn vervreemde familie woont in Nederland,
maar ik ben ver weg van hen. Ik sta stil bij het feit, dat ik afstand heb
gehouden, eigenlijk sinds ik in 1999 naar de Verenigde Staten emigreerde.
Hoewel ik heel verdrietig ben, voel ik me toch goed, omdat ik ben doorgegaan
met mijn Belichaamde Taal (BT), waar nou eenmaal geen van hen in geïnteresseerd
is. Mijn BT is prachtig en het is de manier waarop ik mijn leven leid.
Ik
eer mijn moeder door te rouwen om haar dood, maar doe wat ik altijd heb gedaan:
ik geef aandacht aan alles wat mijn aandacht vraagt. Door hardop met mezelf te
praten, door naar mezelf te luisteren, en door erover naar mezelf te schrijven,
word ik me bewust van subtiele veranderingen in mijn lichaam, dat voortkwam uit
het lichaam van mijn moeder. Ik overweeg ook mijn eigen dood en de liefde voor
het leven, schoonheid en goedheid, die ik van haar heb geërfd.
Als
ik niet meer leef, kunnen sommige dingen, die ik heb gezegd of geschreven,
misschien nog steeds worden gelezen of gehoord, door iemand die mij heeft
gekend of iemand die mij nooit heeft gekend. Wat ik achterlaat, zijn geen
nakomelingen, maar BT, die waarschijnlijk niet veel mensen zal beïnvloeden, of
helemaal niemand.
Het
verbaast mij, dat ik er nu ineens aan wordt herinnerd, dat ik ooit een belachelijk
verhaal heb gelezen of gehoord, dat de Boeddha met z’n toegewijde discipelen,
die zogenaamd de allerhoogste volmaakte verlichting hadden bereikt, helemaal
nergens verdriet over voelden, maar ik besef dat dit natuurlijk totale onzin is.
Als je iemand liefhebt, dan zal er
verdriet zijn. Hun zogenaamde verlichting was schijnbaar zonder liefde, omdat
hun Ontlichaamde Taal (OT) nooit is verwoord en dus eigenlijk is verzwegen en
genegeerd. In naam van meditatie of gebed hebben millionen mensen de werkelijke communicatie de rug toegekeerd.
Mijn
BT werkt voor mij. Ik ben verdrietig, dat ik het niet met mijn moeder kon hebben.
Gelukkig weten mijn vrouw Bonnie en mijn vriendin AnnaMieke, dat ik mijn eigen
weg moest gaan. Wie van ons zal de ander overleven? We weten het niet, maar
uiteindelijk sterven we allemaal. Bij de dood, doet niets er meer toe. Als
mensen zeggen: ze is nu op een betere plek, omdat ze niet meer lijdt, dan doen
ze nog steeds, alsof er iets doorgaat. Er is beslist geen betere plek in de
dood. Alleen zolang we leven, kunnen we ons in een situatie bevinden die
tragisch en problematisch is, of plezierig en verrijkend.
In OT
zeggen we, dat er niets meer te zeggen of te schrijven is, omdat de taal
verdwenen is, voor de persoon die hem gebruikte. Alle ervaringen zijn ook
verdwenen, voor de persoon van wie werd gezegd, dat hij of zij deze ervaringen
had. In BT was er echter nooit een zogenaamd innerlijk zelf, die deze
ervaringen had. In BT gaan we voorbij woorden en verder dan onze taal, en dus
sterven we terwijl we leven. In OT zeggen we: moge ze in vrede
rusten, maar ze is er niet meer, ze is dood, en alles wat ooit was, is niet
meer. De dood is – met onze gebruikelijke dood-ontkennende OT – schijnbaar altijd voor iemand
anders, maar, de dood is, paradoxaal genoeg, niet voor de persoon die gestorven
is.
Ik kan
mijn eigen dood niet ervaren, maar tijdens mijn leven, weerspiegelt mijn BT een vernieuwend sterven, in vrede en rust. Mijn moeder zei: Ik
heb het gevoel, dat ik niet veel tijd meer heb, want ze voelde, dat haar leven
ten einde liep. De dood van anderen kon haar er niet toe bewegen, om haar eigen
worsteling met het leven te overwinnen. Integendeel, ze vreesde dat er een
einde zou komen aan het leven, omdat ze niet niet gelukking was over zichzelf. Ze
was altijd bezig met zorg voor anderen, maar had geen tijd of energie om voor
zichzelf te zorgen. We kunnen dit dan wel halsstarrig – met onze domme,
gebruikelijke OT – onzelfzuchtige liefde noemen, maar haar leven was helaas vol
opoffering, lijden, spijt, frustratie en bitterheid.
In
OT zegt men: het enige wat het verdriet kan verminderen is tijd. Met mijn BT zeg
ik echter: waarom zou mijn verdriet verminderd moeten worden? Het is er gewoon.
Ik laat het er helemaal zijn. Verdriet is een deur, waardoor ik een gevoel van
eeuwigheid binnentreed. Eeuwige liefde en eeuwig verdriet zijn twee kanten van
dezelfde medaille: leven.
Als
kind veroorzaakte mijn gedrag veel verdriet bij mijn klagerige moeder. Ik was
ook vaak kwaad op haar, omdat ze haar negativiteit bij mij neerlegde. Hoewel ik
het zwarte schaap van de familie was, was ik ook het meest gevoelig en getraumatiseerd
door alle conflicten in ons gezin. Ik vertelde haar herhaaldelijk, dat ze beter
verdiende, maar ik voelde me hulpeloos en schuldig, omdat ik het haar niet kon
geven. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een grote last voor mijn moeder
was. Ik voel me opgelucht, nu ze is overleden. Ik besefte dit niet toen ze nog
leefde. Ik heb geen spijt, dat ik het beter had moeten doen. Ik ben blij, om niet
meer haar gewicht op mijn schouders te hebben, omdat ik me verantwoordelijk
voelde, hoewel ik dat natuurlijk niet was. Mijn manier om verantwoordelijk te
zijn, was en is, om voort te blijven gaan met mijn BT.
Mijn
dominante vader liet me, vaak met geweld, bestraffend en vernederend, keer op
keer weten, dat ik me moest gedragen zoals hij eistte, omdat het... voor mijn
moeder was. Hoe harder ik het echter probeerde, hoe meer ik faalde. Mijn snel
geïrriteerde vader deed alsof hij God in huis was en mijn moeder leefde in zijn
schaduw. Zeker, ze mopperde en zeurde veel en dat haatte ik aan haar, omdat ik
me er zo slecht door voelde. Ik voelde me altijd schuldig, omdat ik niets kon
doen om dat te verlichten. Mijn broers en zussen spanden tegen mij samen, omdat
het leek alsof ik zoveel problemen had veroorzaakt. Er werd van alles op mij
gedumpt en ik ging mezelf daar steeds meer naar gedragen.
Gelukkig
was de Duitse moeder van mijn moeder mij heel dierbaar. Niet bij toeval, had
mijn moeder een hekel aan haar eigen moeder. Mijn grootmoeder was, net als mijn
vader, dominant, maar ze was zelfverzekerd en capabel. Bovendien was haar
manier om gelijk te krijgen, omdat ze assertief en trots was. Mijn grootmoeder
hield van mij. Mijn moeder had ook haar gevoeligheid, maar ze kon er niet in
haar voordeel mee omgaan, zoals mijn grootmoeder dat deed. Mijn grootmoeder was
een vechter en mijn moeder was meer een slachtoffer.
Waarschijnlijk
ben ik zo'n gevoelige man, vanwege mijn moeder en grootmoeder. In de ogen van
mijn vader ben ik nooit de man geworden, die hij wilde dat ik was. Hij was
woedend, toen ik hem vertelde dat Bonnie en ik geen kinderen wilden hebben. Ik
heb altijd het gevoel gehad, dat mijn moeder mij beter kende dan mijn vader,
hoewel ze nooit BT met mij heeft gehad. Ze stond altijd trouw naast haar man,
maar verstopte zich ook achter mijn vader, die haar emotionele kwetsbaarheden
uitbuitte. Ik rouw om het verlies van mijn moeder, maar ook om het pijnlijke
feit, dat mijn familie nooit BT met mij heeft willen hebben. Vreemd genoeg voel
ik mij dichter bij mijn moeder dan ooit tevoren, omdat nu een last die ik
onbewust droeg, van mij is afgevallen.
PS. Luister eens naar de Luisterend Spreken videos op You Tube van mijn dierbare vriendin AnnaMieke. Ze spreekt zo prachtig over haar eigen vergankelijkheid in het ontvouwen van dit moment en over het vriendschap sluiten met de dood met haar schitterende Belichaamde Taal (BT).