Sarcasme,
Hardop
voorlezen en aanhoren wat je zegt. Over sarcasme gesproken…Je zou mij
natuurlijk moeten horen…Nee, niet moeten horen…je zou me – ideaal gesproken –
willen horen, want het is echt lachen, ook al gaat het hier om jou nare halsstarrigheid.
Mijn
grootste genoegen is om te kunnen lachen, om de manier van doen, die iedereen
belangrijk vindt, maar die, wat mij betreft, volslagen belachelijk is.
Jou manier
van praten slaat echt nergens op. Tenzij je ermee ophoudt, valt er voor jou
niets te lachen.
Je doet wel
eens alsof het toch nog een beetje leuk is wat je doet, maar je weet heel goed,
dat het niet zo is, want lachen is niet hetzelfde als doen alsof.
Ja, je zit
moervast in je patroon en je taal zit je in de weg. Het afgooien van wat
bezwaarlijke woorden gaat niet, want ze
komen keihard weer bij je terug.
Je hebt altijd
zogenaamd gelijk, aangezien jij je grote bek kan opentrekken, je zegje kan doen
en iedereen laat weten, dat je beslist niet op je mondje bent gevallen. Je weet
het zo mooi te zeggen. Praten over ditjes en datjes staat je zogezegd op je verdrietige,
vermoeide, verwaarloosde lijf geschreven.
Ook ben je
er niet vies van, om eens lekker op te schepen en om iedereen de volle laag te
geven met je verbale diaree. Het maakt niets uit of je het nou hebt over ironie
of sarcasme…want het is een pot nat, waarin de drollen komen boven drijven. Jou
welbespraakte losbandigheid, is slechts een rook gordijn, waarachter jij je
krampachtig vasthoudt, aan wat jij in een of andere publikatie heb gelezen.
Je bent
ogenschijnlijk zo begaan met het menselijk bestaan, maar het weggeven van
afgedragen kleding, afgedankte meubelen en kapotte radios, stinkt, omdat jij altijd
zo verschrikkelijk klinkt. En, de gebakken lucht, die je nog steeds probeert te
verkopen, is een smerige aangebrande handel van list en bedrog. Daarom heb je
telkens te maken met ontevreden klanten, die, in een vlaag van waanzin hebben
betaald, voor jou ouwe troep, jou vuilnis.
Het is jou
zaak, hoe jij leeft, maar jou ophef, over van alles en nog wat, heeft uiteraard
ook een effect op anderen en mij. Wat jij naar voren laat komen, zegt veel over
wat je allemaal achterhoudt en niet wilt laten zien, ofschoon iedereen het wel
kan horen – in de klank van jou dwangmatige, onnatuurlijke stem – met hun oren,
aan de zijkant van hun hoofd.
Belediging
en sarcasme is de ontlichaamde taal die iedereen kent, maar oprechtheid en enthusiasme,
dat is niemand meer gewend, want we hebben het verkeerde geleerd, jarenlang het
verkeerde vereerd, maar ik ben nog lang niet uitgeprobeerd, want ik voel dat
het tij, nu, op dit moment, keert.
Leuk doen is
nooit de sterkste kant geweest van mensen, die zich proberen goed te voelen,
door te doen alsof ze beter zijn dan anderen. Het is te laat voor je haat. Het
enige bewijs, dat je schijnbaar nog leeft, is dat je volledig in je hemd staat.
Waar gaat het nou eigenlijk over, wat jij allemaal beweert?
Jou
eigenbelang is niet gediend met je slappe gelul, je stomme gezeik en je
lamlendige geouwehoer. Er zit geen fut in je afgeknepen, oppervlakkige taal, je
eindeloze gekanker en je ouwe verhaal. Het is hoog tijd, om eens een toontje
lager te gaan praten en op te houden met te doen alsof je aan het zingen was.
Je bent geen
artiest. Wat jij zegt, is dat jij dwingt en je stem klinkt als een huilend
kind, dat is emotioneel werd verminkt. Verschikkelijk wat jij doet en moet,
omdat jou geloof zo goed is, dat je leeg bloedt en met grote spoed een
onheilzame gloed vermoedt.
Jou gestamp
is een ramp, met een gore damp en een kramp en de scherven van een gebroken
lamp. Mijn woorden dringen eindelijk tot je door – van je gemaakte glimlach
naar je oor – omdat ik je hart even heb vastgehouden, naar mij toe heb
getrokken en toen, als een elastiekje, terug heb laten schieten. Het
terug-klappende effect is de pijn, die je voelt, bij het horen van de ontkende
waarheid, die dus al jou ellende heeft veroorzaakt. Sorry, maar wat voor een
dwaze taal spreek jij? Ik versta het niet, want ik wil het niet horen. Ik zit
er niet mee, dat jij mij niet kan begrijpen en steek de draak met jou
onvermogen om te kunnen voelen, wat ik zou kunnen bedoelen.
Ik heb, van
kinds af aan, vaak sarcastische reacties van mensen gehad op mijn gedrag, maar vandaag
krijgt iedere sarcastische teringlijer een tyfus-koekje van eigen schurftig-deeg.
Ik schrijf met enorm veel plezier, want mijn zoetste wraak was is mijn humor.
Pech gehad,
als je mijn sarcasme niet begrijpt. Toont ook aan dat jij degene bent, die nu zijn
handen thuis kan houden, zodat hij of zij de hand in eigen boezem gaat steken en
aan zichzelf of haarzelf wil vertellen wat er dus eigenlijk met hem of haar aan
de hand is.
Rot maar op
met je dwangmatige overtuiging, rol je graf maar in en ga maar terug naar af en
beleef je leven dan maar als een eindeloze straf, want jij, niet ik ben
absoluut geschift, verdwaast en maf. Hoe kan ik nou zoiets als dit vinden,
zeggen en schrijven, als het helemaal niet waar zou zijn? Zuig ik dit alles uit
mijn duim of sla ik de spijker op zijn kop, met mijn beschrijving van jou zinloze
strijd en radeloze chaos?
Het kost mij
geen enkele moeite, om met anderen te spotten, voor wie iedere vorm van
zelf-spot taboe lijkt te zijn. Gebrek aan ironie is jou zelf-ontkenning. Er is evenwel
een enorm groot verschil tussen mijn opgewekte sarcasme en jou kille pissigheid.
Ik hoef echt niet af van mijn sarcasme, maar jij zou jezelf een plezier kunnen doen,
als je eens ging luisteren naar de klank van je scherpe, venijnige, lelijke stem.
Ik weet heel
zeker wat mij aan het lachen brengt en dus zeg en schrijf ik, wat mijn woorden
voor jou zouden kunnen betekenen. Je kunt er niets anders mee doen dan ik en dat zou mooi zijn, maar je
praat mij niet na, omdat ik dat heb weten te voorkomen.
Er valt
niets aan te verbeteren. Je zou ook eens, in plaats van een duit, twee of drie
duiten in het zakje kunnen doen. Jou gierige, bekrompen, onwillige manier van geven is lachwekkend, want er is
geen motivatie en alle drukte om niets was tevergeefs. Ik geloof niet in jou
denken. Geef maar eens toe, dat mijn woorden kunnen worden ervaren en begrepen.
Misschien
brengt mijn sarcasme jou toch nog op het idee, om eens te horen hoe het zit met
jou verwarring? Mocht dit moment van sarcasme jou dag verpesten, dan is dat reden
voor applaus en waardering. Ik heb het gevoel, dat mijn sarcasme aan jou heel goed
is besteed. Je had het nodig en je kunt er gebruik van maken, door het in te
nemen en door te slikken, als een onsmakelijk bitter medicijn tegen al je pijn.