Eeuwigheid,
Om te beginnen, wil ik in dit schrijven eerst heel duidelijk stellen, dat het in Belichaamde Taal (BT) absoluut nooit gaat om zogenaamde spiritualitiet, want iedere vermeende religieuze activiteit, is in de plaats gekomen van het problematische feit, dat wij, als individuen, nog steeds niet met elkaar kunnen praten.
Overal
ter wereld heerst Ontlichaamde Taal (OT) en ja, miljoenen mensen geloven
daardoor nog steeds in de volkomen onmogelijke waanzin van het hebben van innerlijke
taal, van wat men doorgaans dus een innerlijke geestesleven noemt. Ongelovelijk
als dit moge klinken: wij zijn vanuit niets onstaan en als ons leven tot een
einde komt, blijft er niets over.
Ook al
blijft iedereen er – met alomtegenwoordige, algemeen-geaccepteerde, onbewuste,
ongevoelige, dwangmatige, onnatuurlijke, domme OT – maar wat op los-fantaseren,
het zielige, zinloze gezanik, over een of andere niet-bestaande hogere macht,
heeft ons er tot-op-de-dag-van-vandaag van weerhouden, om onderscheid te maken
tussen onze OT en BT. In dit schrijven, heb ik het over de eeuwigheid, als een
onomstotelijk feit. Als je niet wil erkennen, dat er een tijd was, waarin wij,
als biologische wezens, nog geen taal hadden, kan je beter ophouden met lezen.
Het ontstaan
van de taal – net als een kind, dat zijn
eerste woordje spreekt – gebeurde altijd vanuit de klank. Een kind, dat
slechts kan brabbelen, zal in dat gebrabbel al de klanken overnemen, van de
taal, die het om zich heen hoort. Daardoor zal een Russisch kind in het
Russisch brabbelen en een Amerikaans kind brabbelt altijd in het Engels.
Uiteraard is er bij het leren spreken, schrijven en lezen, ook altijd een
effect te bemerken, van de sprekers, die ongeduldig, nerveus, verward, moe,
geirriteerd of ongevoelig waren of van hen die juist heel gevoelig,
vriendelijk, vredig, kalm, speels, afgestemd en betrokken waren bij het kind de taal aan het leren was.
Onze
voortgaande BT is de realistische taal van de eeuwigheid, maar onze OT, is de
war-taal van ons kinderlijke geloof in onze grandioze onstervelijkheid. Als iemand
eens eventjes ergens op moet wachten, dan zegt men al snel, dat men al een
eeuwigheid wacht, want men blijft in OT altijd bezig, om iets te bereiken, om
ergens naar toe te gaan of om naar iets toe te leven. Alleen met BT kunnen wij
in het hier en nu zijn en aandacht hebben, vanwege onze taal, voor wat wij eigenlijk
op dit moment ervaren.
Het praten
met jezelf toont aan dat dat zogenaamde praten met anderen eigenlijk altijd
praten met jezelf is. Wanneer wij met BT ontdekken, dat praten met jezelf
belangrijker is – dan het praten met anderen, die OT hebben – dan beginnen wij
los te weken van onze conditionering van OT met anderen.
Eigenlijk is
er helemaal geen OT, in het praten met onszelf, want zodra we met onszelf
praten, is er BT. Nadat we dat een aantal keren hebben vastgesteld, wordt het ons
duidelijk, dat wij alleen met anderen willen praten, zoals wij met onszelf
praten. Met andere woorden, nadat wij het grote verschil tussen OT en BT hebben
erkend, willen wij alleen nog maar BT hebben met anderen en geen OT. Anderen
willen echter – vanuit hun onbewuste, nog nooit eerder benoemde conditionering –
OT hebben en ze willen nooit echt zichzelf zijn, zonder die conditionering.
Ook al
begeeft iedereen zich, dag in dag uit, met alle gigantische problemen vandien, zonder
daar erg in te hebben, in OT, toch willen ook zij, zonder dit te weten, BT, ook
al verdedigen en verzetten zij zich ertegen. Zij kunnen slecht mee gaan met
mijn BT voor zover zij het verschil tussen OT en BT hebben erkend. Zij hebben dit
verschil misschien een beetje erkend en kunnen dan dus eventjes BT toelaten,
maar omdat zij nog niet volledig aan zichzelf hebben toegegeven, dat ze alleen maar BT willen en
geen OT, blijven ze toch, vanuit de macht der gewoonte, tegen hun eigen zin in, met OT doorgaan.
Voor mij en
voor iedereen die weet, dat wij eigenlijk allemaal liever BT zouden willen hebben,
is praten met anderen altijd een praten met onszelf, ook al gaat die ander niet
mee met onze BT. Ik ga, vanwege mijn BT, niet mee in de OT van anderen en blijf
dus in staat, om hen, vanuit mijn BT te beschouwen, als mijn ervaring. Als dus ik
geen BT met anderen kan hebben – wat dus bijna altijd is – is dat een uitnodiging
voor mij, om stil te zijn en dus zelfs mijn eigen BT los te laten.
Omdat ik de
OT van anderen op de juiste wijze met mijn BT heb beschreven, is het voor mij
mogelijk, om hem of haar los te laten en om met mijn stilte, mijn ervaring, mijn beleving, mijn herinnering, mijn beschrijving of mijn perceptie van hen helemaal los te laten. Simpel
gezegd, vergeet ik dat iedereen OT heeft, want ik ga gewoon toch telkens weer verder
met mijn eigen BT.
Toen ik het
verschil tussen mijn OT en BT voor het eerst ontdektte, wilde ik het zo graag
met anderen delen, maar dat verlangen is inmiddels – nog steeds tot mijn grote verbazing – verdwenen, nu
ik altijd voortgaande BT met mezelf blijk te kunnen hebben. Het volstaat dus,
om BT met mezelf te blijven hebben, want mijn stilte kan door niemand worden beinvloed.
Anderen, die, net als ik, ook BT hebben, kunnen hooguit, in mij, het geven van
toestemming aan mijzelf – om die stilte in te gaan – stimuleren, maar die
stilte is altijd van mij en heeft nooit iemand anders nodig. Uiteraard ben ook
ik niet nodig en los ik op in die stilte. Dat is wat ik mijn Taal Verlichting (TV) noem. TV is iets
totaal anders, als die verlichting waar zogenaamde verlichte meesters het over hadden.
Het spreken
of schrijven vanuit mijn stilte, maakt dat zowel het beeld van de ander, als ook
het idee van mijzelf verdwijnt. In het begin, stoorde ik mij enorm aan de OT
van anderen, maar tegenwoordig negeer ik het schijnbaar gewoon. Je zou ook
kunnen zeggen, dat voortgaande BT onze identiteit – die dus altijd al ons grootste
communicatie-probleem was – doet verdampen. Met andere woorden, mijn BT liet en
laat mij weten, dat niet ik die stilte ben, dat niet ik die ervaring van liefde
ben, dat niet ik die ander beleef, maar dat taal mij dit alles zo doet beleven.
Als ik dus
ophoud met spreken, schrijven, luisteren of lezen, dan is er geen taal en is er
complete stilte en orde. Ik was – net als iedereen met OT – ook bang om stil en zonder taal te zijn,
maar door mijn voortgaande BT is die angst verdwenen. Vooral toen ik nog niet het verschil
tussen BT en OT kende, wilde ik die mogelijkheid – om zonder taal te zijn –
niet accepteren. Mijn BT heeft dit recht gezet en ik ben er nu dus okay
mee, om mijn BT los te laten. Voor mij is het al lang geen kwestie meer van het
loslaten van mijn OT, zodat ik BT kan hebben, maar het is meer een zaak van
inzien, dat mijn BT alleen kan voortgaan met hen, die, net als ik, met zichzelf
spreken en naar zichzelf luisteren en die daardoor dus ook BT kunnen hebben. Ik
besef nu, dat het loslaten van mijn BT nog fijner is, dan het hebben van BT. Ik
sta er versteld van dat dit echt zo is en ben heel blij, dat dit vandaag duidelijk voor mij
is geworden.
Ik heb dus
altijd alleen maar BT willen hebben, om het te kunnen loslaten. In OT laten wij
nooit iets los en blijven wij herhalen. Ineens is nu het wachten anders
geworden. Tot voor kort wachtte ik nog, ongemerkt, op andere mensen, die
hopelijk BT met mij of met elkaar zouden gaan hebben, maar nu is mijn wachten
een loslaten van mijn BT geworden.
Ik kon het niet
eerder zoals nu beschouwen, omdat ik nog niet had kunnen toekomen aan voldoende
voortgaande BT, die mij kon doen inzien, dat het loslaten van BT, mijn BT
mogelijk maakt. AnnaMieke beschrijft dit op haar You Tube videos altijd als het ontvouwen en het laten
ontstaan van taal. In een recente video, sprak zo er zo mooi over, dat het tezelfdertijd
een geven en een nemen is, een ontvangen en toe-eigenen, overgave maar ook het
hebben van de juiste handeling.
Met onze automatische,
gebruikelijke, domme, energie-verslindende OT kunnen wij niet niemand
zijn en zit er dus eigenlijk niets anders op, dan om te pretenderen, dat
we iemand zijn, maar met onze BT kunnen we – heel gelukkig en heel tevreden – niemand
zijn en lost onze voormalige neiging, om iemand te zijn op. Het is zoiets
prachtigs, want zodra alles op zijn plaats is komen te zitten, dan gebeurd deze transformatie
van onze TV gewoon, omdat het eindelijk kan gebeuren.
Ook al weet ik
dondersgoed, dat er helaas geen wetenschappers zijn – wat ik dus een
aanfluiting vind – die kunnen erkennen en beamen, dat wij hier wel degelijk met
een waarneembaar, voor iedereen herhaalbaar experiment te maken hebben, toch
sta ik erop, dat BT een wetenschappelijk en objectief fenomeen is, ofschoon het
natuurlijk de juiste wijze van taal-gebruik betreft, die onze eigen individuele,
subjectieve ervaring beschrijft.
Het toelaten,
accepteren en met BT op de correcte wijze beschrijven – en daardoor begrijpen –
is het loslaten van onze eigen ervaring. Koning, keizer, admiraal, poepen
moeten ze allemaal. Het maakt niet uit, wie wij zijn, want wij gaan allemaal uiteindelijk dood. Iedereen is vanwege OT zijn hele leven bang voor de dood, maar met BT
sterven wij ieder moment. Wij zijn eigenlijk alleen met BT echt in leven, omdat wij niet meer
bang zijn. BT geeft ons het werkelijke perspectief van onze stervelijkheid en
onze stille eeuwigheid.
PS. Op You
Tube: maximuspeperkamp-hw8sw kan je mij deze text horen verlezen en erover uitwijden.