Saturday, June 22, 2024

 En Nu,

 

En nu ga ik schrijven over wat er kan komen. Nee, het zijn geen dromen, maar ik laat het me overkomen, want het gaat zoals het wil gaan en zo kan ik het prima verstaan.

 

Nu is een begrip in mijn taal, waaruit ik iedere dag zo verbazingwekkend veel haal. Voor mij is dit heel normaal, want ik vind het abnormaal, dat een paal die boven water staat, niets meer zou betekenen. Toen wij nog voortvarend waren, was het ons wel heel duidelijk, dat onze moderne zogenaamde welvarendheid, helemaal niets met welvarendheid te maken heeft. Want waar stevenen wij op aan? Wij zijn al aan lager wal.

 

De maritieme oorsprong van veel Nederlandse zegswijzes is wellicht een goeie invalshoek, om niet aan de grond of op de klippen te lopen met onze onverantwoordelijke Ontlichaamde Taal (OT). Het is hoog tij(d) om OT, waar wij zo mee in onze maag zaten, overboord te zetten, uit te kotsen en zogezegd aan Neptunus te offeren.   

 

Met onze OT gaan wij keer op keer met elkaar aan de haal, maar in de werkelijkheid vertellen wij voor de zoveelste keer, een oud, onwaar, oninteressant verhaal. Wij krijgen met onze OT nooit antwoord op de vragen die wij hebben, omdat wij ons door anderen laten afschepen.

 

Wanneer wij OT overboord zetten, dan pas gaat het ons echt voor de wind, omdat wij met onze Belichaamde Taal (BT) in het er-varen van wat er nu aan de hand is veilig kunnen laveren. Als het getij verloopt, dan verzet men de bakens, want getijstromen veroorzaken geulen en ondieptes waar wij op vast zouden hebben kunnen lopen. Die geulen worden gemarkeerd door bakens en takken. Door sterke stormen en stromen – die in OT worden veroorzaakt, doordat wij niet naar onszelf luisteren terwijl wij spreken – is de situatie steeds aan verandering onderhevig. De geulen verlopen en de bebakening dient regelmatig aangepast te worden. Uiteraard is het zetten van die bakens, in onze geprekken, een kwestie van het blijven hebben van BT.

 

De gewoonte om OT te hebben, maakt dat wij niet in de gaten hebben wat er nu gebeurt. Ik heb BT en besef maar al te goed, dat het nodig is om alle hens aan dek te hebben, want ook al is dit nog de stilte voor de storm, die storm van onze rampzalige OT gaat komen en iedereen is nodig, om zogezegd het tij te keren en om BT te gaan hebben. Het gaat niet meer om het reven van zeilen of alles aan dek vastsjorren, maar om het kunnen hebben van BT, die van toepassing is op de enorme dreiging in wat er nu gebeurt.

 

Er was een tijd, waarin dingen gezegd werden, die waar waren. Die tijd breekt weer aan, als wij BT in plaats van OT gaan hebben. Nu is nog zo, dat wij een vlag op een stront-schuit zetten, omdat wij doen alsof OT een eerbiedwaardige zaak is. Men zette vroeger geen nationale vlag op een modder-schuit, omdat men dat ongepast vond. In OT doen wij elkaar en onzelf geloven in de belachelijke opvatting, dat wat wij zeggen en hoe wij het zeggen, bij elkaar zou passen, omdat wij het van elkaar en onszelf afdwingen.

 

Met OT kom jij nooit aan de bak, want het gaat in OT altijd over anderen. Je haalt altijd bakzijl in OT, je krabbelt altijd terug, want je krijgt de wind van voren, omdat je zeilen verkeert zijn gezet. Het gaat zogenaamd altijd alleen maar om wat je zegt, maar niet over hoe je het zegt. Je schip – wie je dus bent – verliest daardoor z’n vaart en door niet naar jezelf te luisteren, raak je helemaal je koers kwijt van wat voor jou van belang is. Je waait met alle winden mee – met wat er in OT wordt gezegd – in plaats van de wind – je taal – ten voordeel te gebruiken.

 

Vanwege OT wordt je snel oud en takel je gauw af, omdat je je eigen intelligentie – je taal – niet optimaal gebruikt. Een schip dat voor lange tijd niet vaart wordt afgetuigd en ontdaan van alle tuigage. Als jij jezelf niet echt bent en dus niet in je eigen vaarwater blijft, dan verwaterd jou passie.

 

Omdat wij niet erkennen, dat OT, net als storm, niet binnenin ons zit, maar alleen bestaat als de kracht, die woeste golven veroorzaakt, die ons schip – onze relatie – doet vergaan, raken wij buiten westen of verliezen wij het noorden en raken wij van koers. Ofschoon wij zeeen van tijd hebben, om onze horizon te verleggen en BT te onderzoeken, raken we gestrand en zijn we vast gelopen, omdat wij met OT altijd benepen zijn.

 

Indien wij ons slechts laten leiden door onze conditionering met OT, dan vangen wij bot, omdat het zogenaamde roeien met de riemen die wij hebben, altijd inhoudt, dat wij de bodem raken, waardoor die riemen uit onze handen worden gerukt. Met BT hebben wij positieve ervaringen bij de vleet, maar met OT krijgen wij telkens de kous op de kop. Iemand die na een vergeefse zeereis berooid terugkeerde, was zo arm, dat hij z’n kous als muts moest gebruiken.

 

Wij doen alsof OT okay is en wimpelen iemand zoals ik, die BT kent en heeft, telkens af. Het is schijnbaar niet nodig of mogelijk, om OT te stoppen en BT te hebben, maar dit afschepen gebeurt, omdat de beste stuurlui altijd aan wal staan. Alleen iemand als ik, die voortgaande BT heeft, weet hoe iedereen voortdurend elkaar de loef probeert af te steken en de wind uit de zeilen probeert te halen met kwaadaardige OT.

 

Er is met OT werkelijk geen land te bezeilen en al onze relatie problemen, ter land en ter zee, hebben te maken met hoe wij met onze taal omgaan. Een gestorven zeeman wordt met een, twee, drie, in Godsnaam, overboord gezet en zo is het voor de overledenen, driemaal scheepsrecht. We hebben met onze OT eigenlijk, in een keer, alles wat echt met onszelf te maken heeft overboord gezet, want onze taal past niet bij onze ervaring.

 

De problemen stappelen zich op en elke keer weer escaleert OT in argumenten, gevechten, oorlogen. Het loopt met OT de spuigaten uit. Deze uitdrukking verwijst naar vele zeeslagen die hebben plaatsgevonden, waarin het bloed van de gewonden langs het dek stroomde en zo de spuigaten uitliep. We gaan met OT allemaal het schip in, want wij nemen niet vrijwillig deel aan deze wilde vaart. Wij werden gepaaid met mooie beloftes, maar zijn in de boot genomen.

 

Met BT nemen wij het voortouw en laten wij ons niet afschrikken door angstaanjagenede leuzes als, hoe dichter bij Dort, hoe rotter het wordt. Met BT zullen wij onverschrokken alle zeven zeeen gaan bevaren en zodoende onze Taal Verlichting (TV) realiseren. Het betekent dat wij met voorgaande, er-varen BT al onze er-varingen op de juiste wijze kunnen verwoorden.

 

Wij hebben BT absoluut nodig, om niet ten onder te gaan in de maalstroom van het leven. Wij laten ons maar al te gemakkelijk meevoeren in het kielzog van anderen en daardoor raken wij kant nog wal, met onze er-varing, die niet op de juiste wijze door OT wordt weergegeven. Je kunt dus de wind niet veranderen, maar wel de stand van je zeilen. Het is echt kantje boord, dat je, ondanks je negatieve OT toch in deze haven van mijn blog bent aangeland. Hoezee! Hier heb je eindelijk vaste grond onder je voeten.

 

Ik hoop dat je niet met de noorderzon vertrekt, dat je onder de vlag van BT wilt varen, dat je het niet meteen over een ander boeg gooit en weer OT gaat hebben. Probeer eens jou roer in eigen handen te houden. Als het je eenmaal met BT voor de wind begint te gaan, dan ga je met een gevierde schoot zeilen. Met BT is het altijd ruimschoots zeilen geblazen, omdat jou zeil zo breed mogelijk uit gaat staan, zodat je zoveel mogelijk wind vangt. Ook zal je eindelijk met jou BT schoon schip gaan maken en alle ellende van je verleden met OT achter je laten. Met BT ben je niet meer tegen de keer in, omdat je kennis hebt jou emoties, de getijen. En nu, vaar wel! Een definitief afscheid van wie je geloofde te zijn met je onbewuste OT.

No comments:

Post a Comment