For real,
(This English text is also available in
Dutch below)
We are only really talking with ourselves,
when we talk with ourselves out loud. Of course, there is not someone else, inside
of us, who talks to us – who speaks out – and who, so to speak, talks to
himself, because we are all of this ourselves. However, we do not realize this
at all, as long as we do not produce the sound we want to have, so that we can actually
begin to listen to and really hear ourselves. Instead of having a real, overt,
audible, conversation with ourselves, we've kept thinking and, consequently, believing,
that we are having an inner, inaudible, problematic dialogue with ourselves. In
short, our crazy, contradictory, illusive, so-called mind never seems to stop
and keeps us busy day and night.
Once we have Embodied Language (EL) and can
therefore hear our true, pleasant voice-sound, the sound of our wellbeing, we
effortlessly step out of the duality between the so-called speaker and the so-called
listener. In other words, it's all of us, thus, in EL, the speaker is one with
the listener and the listener is one with the speaker. Surely, there is no
longer a speaker or listener at all, because in EL there we are listening to
ourselves while we are speaking. When people ask, why they don't have EL, it
happens involuntarily from their Disembodied Language (DL). The question, why
they always have DL, while they would actually prefer have EL, is also asked
from their DL. We stop asking questions and giving answers as soon as we have EL,
because only then we can say what we want to say and can say and because we
also hear what we can and want to hear. Certainly, we can hear that we have EL
and we can become aware of the fact that most of the time, without realizing it,
we continue to engage in DL.
It is always as an afterthought, in EL, we
realize we kept having all kinds of
problems as long as we were in DL and those problems would only stop if we could
or were allowed to have some EL for once. However, when we ask ourselves again,
how it is possible that EL is completely
problem-free and that all our energy-consuming, misunderstood and unsolved
problems are always related to DL, then we are, for the umpteenth time, ended
up in DL.
We keep wondering about many things,
because we have not yet allowed ourselves to stop living out our conditioning. EL
allows us to listen carefully to the tragedy of our conditioning. In hearing
our already endured, honestly-articulated suffering, we are aware of our
automatic, compulsive behavior, which effortlessly transforms into sound, living,
self-evident, authentic and intelligent verbal behavior.
Our behavior is fully alive in EL, because EL
is the expression of our Language Enlightenment (LE). In DL, however, we never
get around to LE and we endlessly yearn for, hope in vain for and always work
hard for the solution, the so-called ideal, to solve the problems which arose from
our DL. In DL our behavior is clipped, as our wings are broken. We do this to ourselves,
even though in DL it always seems as if this is being done by others. Both
having EL and DL depends entirely on our individual participation. Our DL
immediately turns into EL, once we realize that everything depends on us. The
other, which we keep using to hide ourselves behind, is nothing but our own poor-language
creation. Our mind, always preoccupied with the other (or with our wretched
so-called true self), so as not to be really responsible for our own behavior,
is essentially the erroneous, pretentious verbal formulation of our own fear,
narrow-mindedness, pride, suspicion, stress, despair, and chaos.
With our insensitive way of speaking, we
create the sprinkle man, whom we bring in every time we can't find an answer to
our attention-demanding questions. We believe in a non-existent self, a thinker
who thinks, because supposedly there is a speaker who speaks and therefore a
listener who listens. The fact is, of course, that there is only living
behavior. There is only a process, but not an object or a subject. The flow of
life, of genesis, can only be properly expressed when we speak without the
hindrance of a fear-instilling speaker. It is also out of complete disrespect, we
are constantly reduced to being listeners by the self-proclaimed speaker. Even if
we try to really talk to ourselves, we always give up very quickly, because the
so-called speaker in us always overwhelms the so-called listener in us. So, it
is only when that speaker in us finally starts to listen, to the listener in us
– who speaks – that we can step out of our DL and start having EL.
Echt,
We zijn
alleen dan pas echt met onszelf in gesprek, wanneer we werkelijk hardop met
onszelf praten. Er is natuurlijk niet iemand anders, in ons, die met ons praat –
die zich uit spreekt – en die, zogezegd met zichzelf praat, want we zijn dit allemaal
zelf. We hebben hiervan echter geen enkel besef, zolang we niet zelf het geluid
produceren, dat we willen en kunnen horen. In plaats van ons echte gesprek met
onszelf, zijn we zogenaamd blijven nadenken en een innerlijke, onhoorbare,
problematische dialoog met onszelf blijven hebben. Kortom, onze mind lijkt
nooit stil te staan en blijft ons maar bezighouden.
Zodra we Belichaamde
Taal (BT) hebben en dus ons ware, aangename stem geluid kunnen horen, dan stappen
we moeiteloos uit de dualiteit tussen de zogenaamde spreker en de luisteraar.
Met andere woorden, wij zijn het natuurlijk allemaal helemaal zelf en in BT is de
spreker een met de luisteraar en de luisteraar is een met de spreker. Anders
gezegd, er is eigenlijk niet langer een spreker of luisteraar, omdat er in BT alleen
luisterend gesproken word.
Wanneer
mensen zich de vraag stellen, waarom ze geen BT hebben, dan gebeurd dat
onwillekeurig vanuit hun Ontlichaamde Taal (OT). Eveneens wordt de vraag,
waarom ze toch altijd OT hebben, terwijl ze eigenlijk liever BT willen, vanuit hun
OT gesteld. We houden op met het stellen van vragen en met het geven van
antwoorden, zodra we BT hebben, omdat we dan kunnen zeggen wat we willen en kunnen
zeggen en omdat we eveneens horen, wat we kunnen en willen horen. Het is zeer
zeker zo, dat we kunnen horen, dat we BT hebben en ons bewust worden van het
feit, dat we meestal, zonder er erg in te hebben, ons met OT blijven bezig
houden.
Het is altijd,
een achteraf, in BT-ontstane realizatie, dat we allerlei problemen bleven
hebben, zolang we in OT zaten en dat die problemen ophielden, als we weer eens
een keertje, eventjes wat BT konden of mochten hebben. Wannneer we ons echter weer
gaan afvragen, hoe het toch werkelijk mogelijk is, dat BT geheel probleemloos
is en dat al onze energie-verslindende, onopgeloste, verkeerd begrepen problemen
altijd met OT samen hangen, dan zijn we, voor de zoveelste keer, in OT beland.
Uiteraard is
het een voor de hand liggende zaak, dat we ons allerlei dingen af blijven vragen,
omdat we nog niet van onszelf hebben mogen ophouden met het onbewust uitleven
van onze conditionering. BT stelt ons in
staat om aandachtig te luisteren naar de tragedie van onze conditionering. In
het horen van ons reeds doorstane, oprecht verwoorde leed, zijn wij ons bewust
van ons automatische, dwangmatige gedrag,
dat moeiteloos transformeert in levend, vanzelfsprekend, intelligent verbaal gedrag.
Ons gedrag
komt volledig tot leven in BT, omdat BT de expressie is van onze Taal Verlichting
(TV). In OT komen we echter nooit toe aan onze TV en blijven we eindeloos
smachten naar, tevergeefs hopen op en altijd maar hard werken aan de oplossing,
het ideaal, voor de vanuit ons OT-onstane problemen. In OT wordt ons gedrag
gekortwiekt, onze vleugels gebroken. We doen dit allemaal helemaal zelf, ook al
lijkt het in OT telkens weer alsof dit door anderen wordt bewerkstelligd. Zowel
het hebben van BT als OT hangt af van onze individuele deelname. Onze OT
veranderd onmiddelijk in BT, als we beseffen, dat alles van ons afhangt. De ander,
die we telkens gebruiken om onszelf achter te verschuilen, is niets anders dan
onze eigen taal-creatie. Onze mind, die altijd met die ander (of met ons beklagenswaardige
zogenaamde ware zelf) bezig blijft, om maar vooral niet echt verantwoordelijk te
hoeven zijn voor ons eigen gedrag, is in essentie onze foutieve verbale formulering
van onze eigen angst, benepenheid, hoogmoed,
argwaan, stress, wanhoop en chaos.
We creeren
met onze ongevoelige manier van spreken de strooi-man, die we er elke keer weer
bij halen, als we geen antwoord kunnen vinden op onze aandacht-eisende vragen.
We geloven in een niet-bestaand zelf, een denker die denkt, omdat er zogenaamd
een spreker is die spreekt en ook dus een luisteraar die luisterd. Het feit is
natuurlijk, dat er enkel levend gedrag is. Er is enkel een process, maar niet
een object of een subject. De stroom van het leven, van het ontstaan, kan
alleen op de juiste wijze worden verwoord, als wij spreken zonder de belemmering van een uit angst-gecreerde
spreker. Ook is het uit een volledig gebrek aan respect, dat wij voortdurend,
door de door-onszelf-gecreerde spreker tot luisteraar worden gereduceerd. Zelfs
wanneer wij pogingen doen om echt met onszelf te praten, dan houden wij daar
toch altijd snel weer mee op, omdat de zogenaamde spreker in ons, altijd de zogenaamde
luisteraar in ons overweldigd. Het is dus pas wanneer die spreker in ons eindelijk
gaat luisteren, naar de luisteraar in ons – die spreekt – dat we uit OT stappen
en BT gaan hebben.