Friday, April 19, 2024

 

Kenmerken,

 

Nadat iemand zijn eigen Belichaamde Taal (BT) heeft verkend, niet slechts één of twee keer, maar meerdere keren – zo vaak mogelijk – raakt hij of zij vertrouwd met de kenmerken van zijn of haar Ontlichaamde Taal (OT) en zijn BT. Dezelfde criteria komen keer op keer terug en toch ervaar je elke keer weer iets nieuws. Alleen onze BT kan ons informeren over onze OT. Er is niets toevalligs aan, aangezien onze BT mogelijk is, dankzij ons bewustzijn van de onderscheidende kenmerken van zowel onze OT als onze BT.

 

Aanvankelijk lijken de verschillende kenmerken van BT ons op zichzelf intrigerend, maar naarmate wij voortgaan met BT, gaan ze op in dit majestueuze, nieuwe, robuuste gedragspatroon. Zeker, de schoonheid, samenhang, consistentie en creativiteit van onze BT is heel anders dan onze ongevoelige, ongemakkelijke, energievretende, tegenstrijdige, onnatuurlijke, inspannende, chaotische OT.

 

De realiteit van iemands Taal Verlichting (TV) wordt onthuld zodra iemand in staat is om door te gaan met BT. Onze eigen BT is voor ons het besef dat er absoluut geen taal binnenin ons is. Er is nooit een tekst gevonden in een menselijk lichaam. Deze afwezigheid van onhoorbare spraak, is iets dat ons geloof in een innerlijk zelf, psyche of het hebben van  gedachten, ontkracht. Het kost uiteraard enige tijd om onze conditionering met OT tegen te gaan, maar het begint uiteindelijk geheel vanzelf tot ons door te dringen, omdat we, keer op keer, met BT onszelf blijven laten weten wat we willen en ook kunnen zeggen. We ervaren met absolute zekerheid, dat er bij het loslaten van onze BT of bij de verstilling van  onze BT, er geen innerlijke ik is, die ervoor zorgt, dat wij ons zo gedragen zoals we doen, omdat we waarheidsgetrouw, stil, vredig en echt leeg zijn.

 

Als mensen in de war of overrompeld zijn, zeggen ze soms: ik kon niets bedenken. Met BT ontdekken we echter, dat dit blanco zijn, onze TV en dus onze natuurlijke staat is. Ook als iemand afgeleid is, dan zeggen we: hij of zij is er niet echt. In dit geval wordt de persoon kennelijk intern gestimuleerd. De crux van BT is, dat wanneer we doorgaan met het uiten, verwoorden en hardop zeggen, in onze eigen klank, met onze eigen woorden, op onze eigen manier, wat we geloven te denken of menen te ervaren, dat dan onze denkbeeldige interne spraak zomaar stopt, aangezien deze sowieso nooit echt heeft bestaan.

 

Als we ons bezighouden met BT, in plaats van met OT, dan lijkt het alsof we stil worden vanwege BT,  maar dat is niet wat er gebeurt. Bij BT zijn we altijd stil. Er is dus geen wordingsproces. Desalniettemin ervaren we een aangename, vernieuwende stroom van belevenissen. Daarom zegt deze verwijzing naar stil worden nog steeds iets over de conditionerings geschiedenis met OT. Met onze OT kunnen we niet toelaten, ervaren en begrijpen, hoe het is om te  ontspannen, open en ontvankelijk te zijn, omdat we altijd op onze hoede en bang blijven. Stil worden in OT is altijd het gevolg van niet spreken. Als gevolg daarvan hebben we tijdens BT nog de neiging om, vanuit onze oude gewoonte, te zeggen, dat we stil zijn geworden, door het spreken. Maar, in BT zijn we al stil zodra we ermee beginnen. Dit blijkt elke keer als wij ons ermee bezighouden en dit komt omdat wij begrijpen, dat er geen innerlijke taal is.

 

Deze kenmerken zijn allemaal waarneembaar en verfieerbaar, omdat ze hoorbaar zijn, terwijl wij met onszelf spreken en luisteren naar het geluid van onze eigen stem. Onze oren zijn eraan gewend en zijn dus geconditioneerd, om het geluid van OT te horen, dat we elke dag en overal horen. We hebben de neiging, om het stem geluid van ons welzijn – dat we dus zelden maken en bijna nooit of horen – eruit te filteren en als gevolg daarvan produceren we dit energie-gevende, welkome, prettige, kalmerende geluid niet en kunnen wij het niet horen, omdat het niet door ons wordt geproduceerd. Het lijkt alsof we allemaal doof zijn voor het geluid van onze BT, die we alleen produceren als we naar onszelf luisteren terwijl we spreken. Er is echter niets echt mis met onze oren, onze doofheid is slechts een kwestie van onze conditionering. We kunnen dus nog steeds – zonder enige voorbereiding of oefening – het geluid van BT maken. Wij kunnen het horen en opnieuw worden beïnvloed door de resonerende vibratie van wat ons taal-welzijn zou moeten worden genoemd.

 

Onze tegenstrijdige, gewelddadige, verontrustende conditionerings geschiedenis met OT doet ons allen  geloven, dat wij gedachten, dat wij een geest, dat wij innerlijke taal zouden hebben, maar iedere keer als  wij weer zeggen wat we veronderstellen te denken, dan verdwijnt het. In feite komen we er zo achter, dat de afwezigheid van ons denken onze natuurlijke staat is. We hebben dus eigenlijk nooit iets gedacht. . Elke keer dat we aan onszelf zeggen, wat er nu weer in onze zogenaamde geest speelt, dan voelen we ons heel opgelucht of bevrijd. Dit is niet het geval zolang we nog blijven bezighouden met automatische OT. Tijdens OT zorgt onze illusie van innerlijke verbale constructies, ideeën, concepten en overtuigingen ervoor dat we allerlei vreselijke daden verrichten, om maar te rechtvaardigen, dat wij gelijk hebben, en anderen ongelijk. We voeren onze religieuze en culturele oorlogen dus niet – zoals we allemaal geneigd zijn te geloven, met OT – over hoorbare of leesbare taal, maar altijd over onze innerlijke, gefantaseerde en dus onhoorbare taal. We zijn inderdaad bereid te sterven voor belachelijke fantasieën en we offeren onze individualiteit op, om onze overtuiging te behouden, dat we tot een bepaalde groep behoren.

 

Wanneer wij, keer op keer, hardop, alleen, tegen onszelf, onze verontrustende, verwarde, negatieve gedachtes zeggen en onderzoeken – en luisteren naar de klank van onze stem – dan horen we een verandering in het geluid van onze stem, wanneer we overschakelen van OT naar BT. Er klinkt dan ineens een zucht van opluchting en onze BT onthult iets over ons, dat waar is, maar dat we voorheen bij OT niet konden zeggen of weten. Nu we het zeggen, denken we het niet meer, omdat de woorden, die we spreken nooit in ons hebben gezeten. We zeggen tegen onszelf: er zitten geen woorden of zinnen in onze hersenen. We horen en voelen dat het interne gesprek met onszelf, dat we dachten te voeren, slechts een illusie was, gecreëerd door OT, onze gebruikelijke manier van praten. Ons zogenaamde verstand, de dwaze fantasie van innerlijke taal, is een fictie, die werd gecreëerd en onderhouden door onze OT, waarin we niet mochten zeggen, wat we wilden zeggen en wat we nu perfect kunnen zeggen.

 

Onze OT en BT zijn te herkennen aan blijvende kenmerken. Zodra deze zijn geïdentificeerd, zullen wij beslist de voorkeur gaan geven aan BT en een afschuw gaan hebben voor OT. In het begin lijken we nog onze TV te bereiken met onze BT, maar naarmate we verder gaan met onze BT, dan beseffen we, dat we eigenlijk altijd al zo zijn geweest. Onze ware natuur was natuurlijk altijd al het geval, maar nu hebben we er de juiste taal voor.

 

Wij hebben we het gevoel, dat we altijd op zoek zijn geweest naar BT. We hebben, onbewust, altijd BT willen hebben. Onze persoonlijke conditionerings geschiedenis is analoog aan de geschiedenis van de gehele mensheid. Dit geeft een diepgaand inzicht in wat niet alleen ons gemeenschappelijke probleem was en is, maar ook ons ​​gemeenschappelijke lot of doel: onze eigen OT te overwinnen, zodat wij eindelijk BT kunnen hebben.

 

Ieder mens heeft een zenuw stelsel, waardoor we allemaal zoveel mogelijk onze homeostase willen bereiken en behouden. Ideaal gesproken, zijn het bewust gesproken woorden, die dit zelf-en-anderen regulerende proces vertegenwoordigen, waardoor we stabiliteit behouden, terwijl we ons aanpassen aan de omstandigheden, die optimaal zijn om te overleven. Onze OT verhindert ons ervan, om met onszelf over onze fysiologische ervaringen te praten en om naar onzelf te luisteren, en om te reageren op wat ons lichaam zegt van nature. Het is duidelijk dat de primaire behoefte aan homeostase alleen kan worden voldaan door onze BT, maar nooit door OT. Als biologische organismen er dus in slagen om homeostase te bereiken, dan gaat het leven door, maar als dat niet lukt, volgt er een ramp of de dood.

 

We sterven niet noodzakelijkerwijs vanwege onze stomme OT, maar we creëren allerlei tragedies en problemen. Bovendien verwerven we met onze dissociatieve, ongevoelige OT nooit, wat biologen dynamisch evenwicht noemen, de stabiliteit waarin continue verandering plaatsvindt, terwijl er relatief uniforme omstandigheden heersen. Bedreiging is de enige uniforme omstandigheid die OT veroorzaakt. Of we het nu toegeven of niet, er wel of niet over willen of kunnen praten, alle mensen delen dezelfde biologische kenmerken. Als zij zich bedreigd voelen, willen ze meestal weg van wat hen bedreigd. Daarom is ontwijkings-gedrag – overleving – het belangrijkste gedrag wat wij hebben. Dit betekent, wat onze taal betreft, dat wij allemaal eigenlijk helemaal geen OT willen hebben en dat wij dus allemaal, onbewust, alleen maar BT zouden willen. Alleen bij BT voelen wij ons pas veilig, zijn we echt op ons gemak en onszelf, omdat we ons volledig kunnen uiten en ons tevreden en trots voelen op al onze ervaringen.

 

Hoe meer we kunnen doorgaan met onze BT, hoe meer de kenmerken ervan, maar ook de kenmerken van onze OT ons bekend worden. Met BT drukken we een weldadig gevoel van volledigheid uit, waarin we blijven experimenteren, groeien, leren, genieten en ontdekken. Er is nooit een stop in de stroom van het leven, die evenzeer deel uitmaakt van onze taal als van onze lichamelijke ervaring. Deze link tussen onze taal en wat we in ons lichaam ervaren – terwijl we spreken – vormt de kern van BT. Omdat BT onze ervaringen correct uitdrukt, is het niet nodig om heen en weer te slingeren tussen onze taal en onze ervaring, omdat onze BT onze ervaringen direct, nauwkeurig en bevredigend ten gehore brengt. In OT is dit echter helemaal nooit het geval. Op elk gegeven moment lopen we ófwel helemaal hopeloos vast in de beschrijvingen van ervaringen, die we proberen te beschrijven, óf zijn we gefixeerd op, gehinderd door of verlamd door de ervaringen zelf, zonder dat we er verbaal enige betekenis aan kunnen geven.

 

Ons vermogen om in BT kalm en 
veilig over onze lichamelijke 
gewaarwordingen te spreken,
hangt samen met ons vermogen 
om onze emoties correct en
bevredigend te verwoorden en
 uit te drukken. Zoals we allemaal 
wel weten, is het gemakkelijker 
om zonder emoties over onze 
ervaringen te praten, dan om 
met emoties over onze ervaringen
 te praten. In BT wordt het ons 
eindelijk duidelijk, dat praten 
over onze ervaringen – zonder
 dat wij over onze emoties praten
 – natuurlijk niet echt praten is 
over onze ervaringen. Dit is wat
 we doen in OT en wat natuurlijk
 nooit succesvol kan zijn, omdat
 dit onbedoeld resulteert in het
 spreken over emoties, terwijl 
we onze ervaringen verwaarlozen.
 Terwijl we dus, in OT, allemaal 
alleen maar doen alsof wij het 
niet hebben over onze emoties, 
hebben wij het allemaal, 
voortdurend, ongemerkt, 
over wat we voelen. In OT
 zouden we zogenaamd 
afzonderlijk over onze 
ervaringen en onze emoties
 kunnen praten, wat natuurlijk
 een complete leugen is.

 

Tijdens OT gaan we allemaal zogenaamd akkoord met het idiote idee, dat we afzonderlijk over onze emoties en ervaringen kunnen praten. De realiteit van onze nep OT is dat we alleen kunnen praten over wat doen, maar niet over onze ervaring, niet over onze emoties. In beide gevallen blijven we onvolledig en proberen we ons onvermogen, om ons volledig uit te drukken, te compenseren.

 

Er zijn ook enkele verschillen binnen OT. Degenen met OT, die meer geneigd zijn om hun gevoelens te uiten, veroordelen altijd degenen, die meer geneigd zijn om hun handelingen te bespreken. Uiteraard is het tegenovergestelde net zo waar, aangezien degenen, met OT, die eerder geneigd zijn om wat ze doen of wat gedaan moet worden centraal te stellen, altijd degenen veroordelen die hun emoties uiten, omdat dat de zaak zogezegd alleen maar ophoudt. Het algemene uitgangspunt van OT is, dat de laatste groep de eerstgenoemde groep altijd domineert en dat, ‘normaal’ gesproken, de uitdrukking van onze emotioneel verstoken, zogenaamde objectieve of wetenschappelijke ervaring altijd belangrijker lijkt te zijn dan de uitdrukking van onze emoties, die evenwel de belangrijkste feedback fenomenen zijn, die gelijktijdig met ons handelen plaatsvinden.

 

De adaptieve kenmerken van onze BT mogen zeer zeker niet worden onderschat. Als iemand in staat is om BT te hebben, dan heeft hij of zij dat, ondanks de OT, die altijd en overal plaatsvindt en ondanks zijn of haar eigen conditionerings geschiedenis met OT. In OT mogen we in principe alleen praten over wat we doen, maar niet over hoe we ons nou eigenlijk voelen bij wat we doen. Natuurlijk gaan al onze verwaarloosde gevoelens niet zomaar weg en komen ze altijd weer ergens ineens opduiken. Zoals gezegd, compenseren we met allerlei wangedrag voor het niet kunnen uiten van onze gevoelens en voor het niet kunnen voelen. De onzinnige dingen die we doen om van onszelf af te komen, hebben nadelige gevolgen voor de gezondheid en beperken ernstig ons vermogen om met onszelf en elkaar om te gaan. In onze BT komt alles wat we in OT hebben ontkend weer onder de aandacht en wordt het uitgedrukt met aandacht, acceptatie en integratie.

 

BT heeft zeker intellectuele en wetenschappelijke kenmerken, maar OT is hopeloos anti-intellectueel. Om het bot te zeggen, OT, onze gebruikelijke manier van praten, is een ontkenning van onze menselijke natuur. Bij OT doen we het voorkomen dat de ideale manier om te communiceren is om beleefd en open te zijn, zodat we elkaar accepteren en begrijpen, maar in BT proberen we niet beleefd, bewust of open te zijn. We doen geen enkele moeite in BT, om te luisteren of om iemand dus te accepteren of te begrijpen, omdat we echt open zijn, omdat we echt spreken en luisteren en accepteren en begrijpen. Deze moeiteloze kenmerken van BT tonen onze TV.

No comments:

Post a Comment