Gewaarwording,
Uiteraard is
er, zolang er nog onze gebruikelijke Ontlichaamde Taal (OT) is,
altijd een gewaarwording van angst en bedreiging. Als wij echter eindelijk
Belichaamde Taal (BT) hebben, dan is het eigenlijk bijna onvoorstelbaar, dat
wij blijkbaar altijd een taal gebruik hebben gehad, dat niets dan catastofale
gevolgen had. Het niet kunnen of willen toegeven, dat OT verschikkelijk is,
blijft een van de belangrijkste redenen, dat wij er nog steeds mee voort
blijven gaan, want het komt ons schijnbaar
nog steeds voor – omdat wij zielig en een slachtoffer zijn – dat wij er niets
aan konden doen, terwijl dat helemaal niet waar is. Wij kunnen en konden er wel
degelijk iets aan doen, maar hebben nog nooit stil gestaan bij OT, omdat
het volledige erkennen van ons gebrek aan verantwoordelijkheid inhoudt, dat wij
niet vrij zijn en dus slaaf zijn van onze gewoonte. Wij doen liever alsof
dit niet zo is en houden onszelf voor de gek.
Ofschoon het
overduidelijk is, dat wij telkens weer opnieuw handelen vanuit een patroon,
waaraan wij lijken te zitten vastgebakken – en het dus helemaal niet waar is, dat
ons gedrag zich op een onverklaarbare wijze eindeloos blijft herhalen – gaan wij
koppig verder met het doen wat wij altijd hebben gedaan, ook al weten we donders
goed dat het geen goed resultaat kan en zal gaan hebben en dat we niet doen,
wat er gedaan zou moeten worden, om echte gedrags verandering te bewerkstelligen.
En, het niet kunnen toegeven, dat wij niet weten, wat wij zouden kunnen doen, om
iets beters te bereiken, is niet eens waar het om draait. Waar het om gaat, is dat
wij niet beseffen, dat wij ergens mee op zouden moeten houden, om eindelijk onze
tragische, domme, voorspelbare herhaling te voorkomen.
Wij doen iets wezelijks voor onszelf, als wij het gedrag benoemen, wat door OT was veroorzaakt, in stand werd gehouden en er conceptueel
onverbrekelijk mee was verbonden. Wij zouden met al dit gedrag moeten
ophouden, om BT te kunnen hebben. Anders gezegd, wij zijn niet in staat, om werkelijk
op te houden met onze OT, zolang wij ons nog niet bewust hebben
bezig gehouden, met het herkennen van en het ophouden met het gedrag dat samenhing
met OT. Wij houden alleen dan pas eindelijk op om te zijn, wie wij zogenaamd
dachten te zijn, als wij erkennen, dat alles wat wij zogenaamd met voorbedachte
rade hebben gedaan, geheel zinloos en problematisch was. Geen enkel gedrag mag aan
onze aandacht ontglippen, want vanwege onze OT, zijn wij gewend, om voortdurend
aandacht te geven aan allerlei zaken, die helemaal niets opleveren. Het lijkt,
alsof wij met onze OT, onze behoeftes vervullen, maar die veronderstelde noodzakelijke
dingen, die wij nog steeds geloven nodig te hebben, weerhouden ons ervan, om toe te geven, dat onze werkelijke behoeftes –
om met onze taal over onze eigen ervaring te spreken – eigenlijk nooit
aan bod komt.
Het gaat er ook
niet om, zoals men vaak hoort zeggen, dat men diepere of hogere behoeftes zou
hebben of dat men bezig zou blijven, met platvloerse oppervlakkigheden, want
het komt er simpelweg op neer, dat wij, in OT, niet naar onszelf luisteren. Met
andere woorden, er kan alleen helderheid, zekerheid en continuiteit onstaan in
onze taal, indien wij, keer op keer, onze OT stoppen en veranderen in BT, door te
erkennen, dat wij eerst niet naar onszelf luisterden en daarna weer wel. Het benoemen
van onze eigen OT als OT en het beschrijven van het onomstotelijke feit, dat
wij weer niet naar onszelf luisterden, is van even groot belang, als dat wij zeggen,
dat twee en twee vier is en geen vijf.
Iedere weigering,
om niet toe te geven, dat wij in onze alledaagse, ongevoelige, automatische OT
niet naar onszelf luisteren, komt voort uit OT, waardoor wij beweren, dat het niet uitmaakt, wat er met ons gebeurt tijdens
ons leven, omdat wij in een macht, die hoger is dan onszelf, zijn blijven geloven, die op wonderlijke wijze zal zorgen, dat alles wel goed zal komen. Deze grandioze, wanhopige,
spirituele, overal-voorkomende, waanzin toont aan, dat wij, als individu, nog nooit
aan onszelf zijn toegekomen. Vanwege onze OT leveren wij onszelf uit
aan het cultureel vereiste groeps-gedrag, in plaats van onszelf. Wij kijken voortdurend weg, omdat wij, zonder er erg in te hebben, geloven toe te behoren aan
een ongedifferentieerde eenheids-soep. Bezien vanuit OT, is iedereen, Links of Rechts, dus voor de globalizering.
Wegkijken
in OT is een kwestie van wegluisteren en het onwillekeurige bezig
blijven met vele onnodige zaken. Wegluisteren betekent dat wij niet zeggen en
daardoor niet kunnen horen, wat ons goed zou kunnen doen. Bijgevolg doen wij
van allerlei dingen tegen ons zin in. Dit alomvattende dissociatieve gedrag
komt voort uit onze gewone, door iedereen als normaal beschouwde wijze van
spreken, waarin wij onbewust een stem geluid produceren, dat ons vervreemd van
onszelf. Dit aspect van OT is nog nooit goed door ons waargenomen, omdat wij er
allerlei oordelen over zijn blijven houden, wat dus de voortgang van OT
bewerkstelligt. Of wij wel of niet naar onszelf luisteren, terwijl wij met onszelf
of met andere spreken, hangt altijd af van de situatie, waarin ofwel het een of
het ander gebeurt. Het herkennen van die situatie vereist, dat wij met onszelf
spreken en door te luisteren naar onszelf, beginnen wij dan waar te nemen,
wanneer wij wel en wanneer wij niet naar onszelf luisteren. Aldus creeren wij
met onze taal de situatie waarin onze OT stopt en onze BT kan blijven voortduren.
Eigenlijk is het dus de klank van onze eigen spreek-stem, die onze taal
voortbrengt, die de situatie creert voor BT.
No comments:
Post a Comment