Tuesday, March 7, 2023

 

Fijn,

 

Iedereen weet wel, dat we er samen een zooitje van maken, dat we, met onze gebruikelijke manier van praten, allemaal ons steentje bijdragen en dus wel degelijk, constant, maar onbewust, een bijdrage leveren, aan het creeren van de grote misstanden, waarover we klagen en ons druk blijven maken.  

 

Ook al zijn we ons gewaar, van het gigantische leed, dat zonder meer door ons wordt veroorzaakt, zodat wij ons, zogenaamd, fijn, veilig, gezond, rijk, vrij, intelligent en beter dan anderen, kunnen blijven voelen, toch doet helemaal niemand er iets aan, omdat, wat er gedaan moet worden – en wat er gedaan kan worden – nou eenmaal te persoonlijk is.

 

Ik weet dat je dit niet wilt lezen, laat staan van jezelf wilt horen en toegeven, dat jij werkelijk de oorzaak bent van alle ellende. Het gaat namelijk alleen maar om jou, want jij bent het, die dag in dag uit, je leven vergooit aan Ontlichaamde Taal (OT) en die anderen opzadeld met jou onechte manier van praten. Mij kun je er niet mee deren, omdat ik – vanwege mijn Taal Verlichting (TV) –  Belichaamde Taal (BT) heb en daardoor ver weg blijf van jou onhebbelijke OT.

 

Jij blijft maar doen, alsof het allemaal kan, alsof het allemaal moet kunnen, maar het onmiskenbare feit zal je blijven achtervolgen, dat je hoe dan ook, altijd de gevolgen zult ervaren van je eigen gedrag. Ook al probeer je die gevolgen te ontlopen of te onkennen, door je te gedragen als een slachtoffer en anderen altijd de schuld te geven van jou conflict, verwarring en onvrede, je bent en blijft ongelukkig, ongevoelig en onbewust, over waarom je, iedere dag, maar blijft doen, alsof wat jij zegt enige betekenis heeft.

 

Je komt er met je OT nooit achter, dat er echt vele andere mogelijkheden voor jou zijn, die zich alleen maar kunnen manifesteren, indien je ophoudt met jou gebruikelijke wijze van spreken. Het maakt niet uit hoe je het doet, maar dat is wat moet gebeuren. Als je je OT werkelijk hebt gestopt, dan weet je dat en als je er nog niet zeker over ben, dan kun je er gif op innemen, dat je het nog niet hebt klaargespeeld om je OT te stoppen. Je weet zeker, dat je je OT hebt gestopt, omdat je jezelf BT hoort hebben. BT is totaal anders dan OT, zo anders, dat je perplex staat dat je zolang hebt gewacht, om je OT te stoppen.  

 

Als wij zeggen, dat iemand – bij wijze van spreken – gestoord is, doordat hij of zij, zogezegd, heilig, in iets geloofd, dat evenwel absoluut niet waar is, dan veronderstellen we, dat – bij wijze van spreken – niet letterlijk is bedoeld, terwijl het juist precies onze opdringerige, onintelligente wijze van spreken is, die die geloofs-waanzin heeft veroorzaakt.

 

Laten we eens een paar zinnen beschouwen, waarin dit gezegde (ook een interessant woord) – bij wijze van spreken – voorkomt, zodat we, eindelijk, eens en voor altijd, gaan beseffen, dat het eigenlijk, hoe je het ook wendt of keert, altijd gaat over hoe wij met elkaar – en dus eveneens met onszelf – praten. Neem de volgende korte zin: ik proefde bloed, bij wijze van spreken. Laat even buiten beschouwing of ik echt bloed proefde of dat het hier slechts ging om een beeldspraak (ook een mooi woord). Het staat als een paal boven water, dat deze woorden, op een bepaald moment, door iemand werden gezegd.

 

Neem nu deze zin: Dit zou hem vooruit hebben  moeten helpen, bij wijze van spreken. Er werd dus gepraat over wat iemand deed en dat praten, zou positief of negatief kunnen worden opgevat. Als het  niet hielp (wat hem dus vooruit zou hebben moeten helpen), dan was het praten, dat niet hielp, maar als het hielp, had een instructieve wijze van spreken, een positieve, gewensde of juiste uitwerking.  

 

Laten we nog een andere zin met – bij wijze van spreken – bekijken: Wat ik probeerde te zeggen, bij wijze van spreken, was dat ik gelijk had en dat die anderen er niets van hadden begrepen. Hier kan er dus geen twijfel bestaan, over het feit, dat het gaat over onze wijze van spreken. Ik gebruikte daarnet het woord beeldspraak, maar het feit blijft, dat we spreken over een boom van een vent, we praten met elkaar over hoe groot iemand is. Iemand is dus nooit groot zonder taal en als we schrijven of lezen over Alexander de Grote, dan is dat, omdat deze historische figuur heeft geleefd en veel van zich heeft doen spreken en dus heeft laten horen. Als je nooit van deze man hebt gehoord, is dat omdat je of nog nooit een geschiedenis boek hebt gelezen of omdat je zat te slapen tijdens de geschiedenis les.

 

Men vraagt zich vaak vertwijfeld en wanhopig af, waarom de mensen toch zulke gruwelijke dingen doen, maar niemand trekt de lijn door, naar hoe wij met elkaar praten en al helemaal niet, naar hoe jij nou eigenlijk met jezelf praat. Je hebt dit niet in de gaten, omdat je ogenschijnlijk altijd met anderen praat en dus met anderen bezig blijft, maar, ook al beschouw je het nooit op deze manier, alles wat je tegen een ander zegt, zeg je natuurlijk tegen jezelf.

 

Wat je zegt ben jezelf, met je kop door de helft, met je kop door de muur, ben je morgen lekker zuur. Dit zeiden we als kind, wanneer iemand lelijke dingen over een ander zei. We zien niet, wat we met ons oordeel over die ander onszelf aandoen, omdat het spreken zogenaamd altijd alleen maar gaat over het spreken met anderen, maar nooit over het spreken met onszelf. Het oude rijmpje beeldt goed uit, dat we ongevoelig en onbewust zijn over onszelf en ons dus – door onze taal – afgescheiden voelen van die zogenaamde ander. Vanwege hoe wij omgaan met onze taal, is er altijd verdeeldheid en conflict tussen jou en mij. Jij veroordeelt de ander, zonder te beseffen, dat je taal je apart zet van anderen, van de wereld en ook van liefde, vrijheid en waarheid.   

 

Zolang anderen blijven doen, wat wij van ze willen, dat ze doen, kunnen wij natuurlijk – met onze OT – blijven doen, alsof we beslist toch zeer beschaafde, beleefde, vriendelijke, redelijke en bewuste mensen zijn, maar wanneer anderen niet doen wat er (door ons) gezegd wordt, wanneer zij zich niet houden aan de wetten en regels van onze cultuur, wanneer zij ons niet respecteren, door voor ons te werken, door voor ons de kolen uit het vuur te halen, door hun trouw aan ons te bewijzen en te tonen, dat wij hen kunnen vertrouwen, dan blijkt er niets waar te zijn van onze onechte wijze van spreken. Het oude  gezegde, geen woorden, maar daden, houdt dus in, dat anderen aan ons verplicht zouden zijn, om te doen wat ze van ons en voor ons moeten doen: vergeet al je gepraat, je weet wat je te doen staat.  

 

Je zogenaamde geweten is de reden, dat je bent vergeten, dat je door je gebruikelijke taal dwars door midden wordt gespleten. De schuld, die je legt in de ander, omdat hij of zij, iets doet, waar jij het,  niet mee eens bent, omdat jij zogenaamd beter bent dan hij of zij, veroorzaakt jou afgescheidenheid van wie je echt bent. Je staat niet alleen los van die ander, maar ook van jezelf. Je hebt altijd opgekeken naar de een of andere heilige, wijsgeer, mysticus of verlichte, waarvan werd gezegd: wat hij zegt, dat zijn wij zelf, maar je zogenaamde geloof, heeft nog nooit, vanwege je gebeden, rituelen en meditaties geleid tot een herwaardering van de klank-beleving van je stem tijdens het spreken. Wanneer je uit de zelf-gecreerde hel van je trieste, zinloze OT kunt stappen, omdat je eindelijk je eigen vibratie hebt gehoord, dan kom je tot inkeer, dan is vergeving.

No comments:

Post a Comment