Fijn,
Iedereen
weet wel, dat we er samen een zooitje van maken, dat we, met onze gebruikelijke
manier van praten, allemaal ons steentje bijdragen en dus wel degelijk,
constant, maar onbewust, een bijdrage leveren, aan het creeren van de grote misstanden,
waarover we klagen en ons druk blijven maken.
Ook al zijn
we ons gewaar, van het gigantische leed, dat zonder meer door ons wordt
veroorzaakt, zodat wij ons, zogenaamd, fijn, veilig, gezond, rijk, vrij, intelligent
en beter dan anderen, kunnen blijven voelen, toch doet helemaal niemand er iets
aan, omdat, wat er gedaan moet worden – en wat er gedaan kan worden – nou eenmaal
te persoonlijk is.
Ik weet dat
je dit niet wilt lezen, laat staan van jezelf wilt horen en toegeven, dat jij werkelijk
de oorzaak bent van alle ellende. Het gaat namelijk alleen maar om jou, want
jij bent het, die dag in dag uit, je leven vergooit aan Ontlichaamde Taal (OT)
en die anderen opzadeld met jou onechte manier van praten. Mij kun je er niet
mee deren, omdat ik – vanwege mijn Taal Verlichting (TV) – Belichaamde Taal (BT) heb en daardoor ver weg blijf
van jou onhebbelijke OT.
Jij blijft
maar doen, alsof het allemaal kan, alsof het allemaal moet kunnen, maar het onmiskenbare
feit zal je blijven achtervolgen, dat je hoe dan ook, altijd de gevolgen zult ervaren
van je eigen gedrag. Ook al probeer je die gevolgen te ontlopen of te onkennen,
door je te gedragen als een slachtoffer en anderen altijd de schuld te geven van
jou conflict, verwarring en onvrede, je bent en blijft ongelukkig, ongevoelig
en onbewust, over waarom je, iedere dag, maar blijft doen, alsof wat jij zegt enige
betekenis heeft.
Je komt er
met je OT nooit achter, dat er echt vele andere mogelijkheden voor jou zijn,
die zich alleen maar kunnen manifesteren, indien je ophoudt met jou
gebruikelijke wijze van spreken. Het maakt niet uit hoe je het doet, maar dat
is wat moet gebeuren. Als je je OT werkelijk hebt gestopt, dan weet je dat en
als je er nog niet zeker over ben, dan kun je er gif op innemen, dat je het nog
niet hebt klaargespeeld om je OT te stoppen. Je weet zeker, dat je je OT hebt gestopt,
omdat je jezelf BT hoort hebben. BT is totaal anders dan OT, zo anders, dat je perplex
staat dat je zolang hebt gewacht, om je OT te stoppen.
Als wij
zeggen, dat iemand – bij wijze van spreken – gestoord is, doordat hij of zij,
zogezegd, heilig, in iets geloofd, dat evenwel absoluut niet waar is, dan veronderstellen
we, dat – bij wijze van spreken – niet letterlijk is bedoeld, terwijl het juist
precies onze opdringerige, onintelligente wijze van spreken is, die die geloofs-waanzin
heeft veroorzaakt.
Laten we eens
een paar zinnen beschouwen, waarin dit gezegde (ook een interessant woord) – bij
wijze van spreken – voorkomt, zodat we, eindelijk, eens en voor altijd, gaan
beseffen, dat het eigenlijk, hoe je het ook wendt of keert, altijd gaat over
hoe wij met elkaar – en dus eveneens met onszelf – praten. Neem de volgende korte
zin: ik proefde bloed, bij wijze van spreken. Laat even buiten beschouwing of
ik echt bloed proefde of dat het hier slechts ging om een beeldspraak (ook een
mooi woord). Het staat als een paal boven water, dat deze woorden, op een
bepaald moment, door iemand werden gezegd.
Neem nu deze
zin: Dit zou hem vooruit hebben moeten
helpen, bij wijze van spreken. Er werd dus gepraat over wat iemand deed en dat
praten, zou positief of negatief kunnen worden opgevat. Als het niet hielp (wat hem dus vooruit zou hebben
moeten helpen), dan was het praten, dat niet hielp, maar als het hielp, had een
instructieve wijze van spreken, een positieve, gewensde of juiste uitwerking.
Laten we nog
een andere zin met – bij wijze van spreken – bekijken: Wat ik probeerde te
zeggen, bij wijze van spreken, was dat ik gelijk had en dat die anderen er
niets van hadden begrepen. Hier kan er dus geen twijfel bestaan, over het feit,
dat het gaat over onze wijze van spreken. Ik gebruikte daarnet het woord beeldspraak,
maar het feit blijft, dat we spreken over een boom van een vent, we praten met
elkaar over hoe groot iemand is. Iemand is dus nooit groot zonder taal en als
we schrijven of lezen over Alexander de Grote, dan is dat, omdat deze historische
figuur heeft geleefd en veel van zich heeft doen spreken en dus heeft laten
horen. Als je nooit van deze man hebt gehoord, is dat omdat je of nog nooit een
geschiedenis boek hebt gelezen of omdat je zat te slapen tijdens de geschiedenis
les.
Men vraagt
zich vaak vertwijfeld en wanhopig af, waarom de mensen toch zulke gruwelijke
dingen doen, maar niemand trekt de lijn door, naar hoe wij met elkaar praten en
al helemaal niet, naar hoe jij nou eigenlijk met jezelf praat. Je hebt dit niet
in de gaten, omdat je ogenschijnlijk altijd met anderen praat en dus met
anderen bezig blijft, maar, ook al beschouw je het nooit op deze manier, alles
wat je tegen een ander zegt, zeg je natuurlijk tegen jezelf.
Wat je zegt
ben jezelf, met je kop door de helft, met je kop door de muur, ben je morgen
lekker zuur. Dit zeiden we als kind, wanneer iemand lelijke dingen over een
ander zei. We zien niet, wat we met ons oordeel over die ander onszelf aandoen,
omdat het spreken zogenaamd altijd alleen maar gaat over het spreken met
anderen, maar nooit over het spreken met onszelf. Het oude rijmpje beeldt goed
uit, dat we ongevoelig en onbewust zijn over onszelf en ons dus – door onze
taal – afgescheiden voelen van die zogenaamde ander. Vanwege hoe wij omgaan met
onze taal, is er altijd verdeeldheid en conflict tussen jou en mij. Jij
veroordeelt de ander, zonder te beseffen, dat je taal je apart zet van anderen,
van de wereld en ook van liefde, vrijheid en waarheid.
Zolang
anderen blijven doen, wat wij van ze willen, dat ze doen, kunnen wij natuurlijk
– met onze OT – blijven doen, alsof we beslist toch zeer beschaafde, beleefde,
vriendelijke, redelijke en bewuste mensen zijn, maar wanneer anderen niet doen
wat er (door ons) gezegd wordt, wanneer zij zich niet houden aan de wetten en regels
van onze cultuur, wanneer zij ons niet respecteren, door voor ons te werken,
door voor ons de kolen uit het vuur te halen, door hun trouw aan ons te bewijzen
en te tonen, dat wij hen kunnen vertrouwen, dan blijkt er niets waar te zijn
van onze onechte wijze van spreken. Het oude gezegde, geen woorden, maar daden, houdt dus
in, dat anderen aan ons verplicht zouden zijn, om te doen wat ze van ons en
voor ons moeten doen: vergeet al je gepraat, je weet wat je te doen staat.
Je
zogenaamde geweten is de reden, dat je bent vergeten, dat je door je gebruikelijke
taal dwars door midden wordt gespleten. De schuld, die je legt in de ander,
omdat hij of zij, iets doet, waar jij het, niet mee eens bent, omdat jij zogenaamd beter
bent dan hij of zij, veroorzaakt jou afgescheidenheid van wie je echt bent. Je
staat niet alleen los van die ander, maar ook van jezelf. Je hebt altijd
opgekeken naar de een of andere heilige, wijsgeer, mysticus of verlichte,
waarvan werd gezegd: wat hij zegt, dat zijn wij zelf, maar je zogenaamde geloof,
heeft nog nooit, vanwege je gebeden, rituelen en meditaties geleid tot een
herwaardering van de klank-beleving van je stem tijdens het spreken. Wanneer je
uit de zelf-gecreerde hel van je trieste, zinloze OT kunt stappen, omdat je eindelijk
je eigen vibratie hebt gehoord, dan kom je tot inkeer, dan is vergeving.
No comments:
Post a Comment